Selecteer een pagina

Haarlem krijgt, na zes jaar afwezigheid, weer een stadsecoloog. De terugkeer van de stadsecoloog is een vurige wens van natuurliefhebbers van de adviesgroep Ecologisch Toch. Zij vinden dat het ontbreekt aan groene deskundigheid op het stadhuis.

Dat bleek donderdagavond tijdens de commissievergadering Beheer. De gemeenteraad is te porren voor de terugkeer van de stadsecoloog. Grote pleitbezorgers zijn GroenLinkser Melissa Oosterbroek en PvdA’er Isabelle Wisse. Hun verhaal: het gaat niet goed met het milieu. Wereldwijd nemen de insectenpopulaties af en dat komt doordat er steeds meer steen komt en minder groen.

Het aanstellen van een stadsecoloog is volgens de politiek een goede stap. Bewoners in de stad moeten volgens Oosterbroek worden uitgedaagd om de stad groener te maken. ,,Maak geveltuintjes en groene daken. We moeten de vlinders, bijen en kevers faciliteren.’’ Haarlem heeft een rode loper voor de bezoekers aan de stad die vanaf het station de stad inlopen. Oosterbroek: ,,Maak ook een groene loper.’’

Wethouder Merijn Snoek (Openbare Ruimte) is het eens met het aannemen van zo’n deskundige, zij het dat het salaris moet komen uit het potje van het nieuwe ecologisch beleidsplan. ,,Er moeten keuzes worden gemaakt’’, zegt Snoek.

In dat potje zit jaarlijks twee ton en een fulltimer, bijvoorbeeld een bioloog, soupeert van dat bedrag de helft op. Dan zou er nog een ton overschieten voor andere plannen. De PvdA en GroenLinks komen nu met een voorstel voor de stadsecoloog waarbij zij inzetten op een fulltimer.

Ook bij groenbeheerder Spaarnelanden valt de komst van deze deskundige goed, zegt directeur Robert Oosting. ,,Meer aandacht voor het ecologisch beleid valt toe te juichen.’’ Al het openbare groen in Haarlem en Zandvoort, waaronder 60.000 bomen in de Spaarnestad, is in beheer bij Spaarnelanden.

Oosting stelt dat de stadsecoloog, werkzaam vanuit het stadhuis, aan de voorkant moet meebeslissen over de manier waarop het groen moet worden beheerd. In het laatst gesloten contract van de gemeente met Spaarnelanden is dat beheer gericht op ’een goede beeldkwaliteit’. Dat wil zeggen: de bermen, de struiken en de bomen moeten fraai ogen. ,,Er staat bijvoorbeeld in dat een gazon kort gemaaid moet zijn.’’

Een stadsecoloog kan mede bepalen dat in het toekomstige beheer de natuur meer haar vrije loop kan gaan. Als het aan Oosting ligt, gaat dat ook gebeuren. Bermgras kan dan langer groeien zodat insecten een betere voedingsbodem krijgen.

Oneens met kritiek

Oosting is het overigens volstrekt oneens met de kritiek die vanuit de natuurorganisaties op Spaarnelanden is geuit. De kritiek is onder meer dat Spaarnelanden onnodig zou maaien. ,,Ze roepen maar wat’’, is zijn mening. ,,Wij houden heel goed rekening met ecologische beheerzones.’’

Hij verwijst daarvoor naar drie voorbeelden: de Hekslootpolder, de Poelpolder en Schoteroog. Dat zijn ’Haarlemse parels’ waar de natuur vrijelijk haar gang kan gaan wat de biodiversiteit ten goede komt.